1964: Hohner Clavinet

Hohner Clavinet

1. Geschiedenis

1.1 De uitvinder

In 1964 kwam het Duitse bedrijf Hohner met een nieuw soort toetsenbord: de clavinet. Het instrument was een uitvinding van Ernst Zacharias (geboren op 21 juni 1924), een Duitse musicus en technicus die destijds voor Hohner werkte. In de jaren ’50 en ’60 bedacht Zacharias verschillende elektromechanische muziekinstrument waaronder de cambalet, guitaret, pianet, electra-melodia (de eerste windsynthesizer) en later ook de bekende clavinet.

1.2 Het klavechord als inspiratiebron

De clavinet is niet volledig uit het niets bedacht, maar was – net zoals vele van Zacharias’ uitvindingen – een afgeleide van een reeds bestaand instrument. De inspiratiebron voor de clavinet was het klavechord of klavichord.

Het klavechord is een Europees klavierinstrument dat vooral werd bespeeld in kamermuziek van de 17e en 18e eeuw. Door zijn zachte en haast luitachtige geluid, was het klavechord niet goed toepasbaar voor samenspel met grote orkesten. Mede hierom werd het instrument veelal gebruikt als solo-instrument. De klavechord is weer een afgeleide van het monochord.

1.3 De clavinet door de jaren heen

De weg van klavechord naar clavinet was geen spontane verandering van het instrument. In de jaren ’50 ontwierp Zacharias de eerste ‘versie’ van de clavinet: de cembalet. Het was zijn bedoeling om een draagbare en versterkte versie (zie ook ‘Werking van de clavinet’) van het klavecimbel. Een groot succes was het niet en niet veel later kwam Zacharias met de pianet. De pianet genoot enig succes maar had grote beperkingen waar het om dynamische spelen betrof.

Uiteindelijk kwam Zacharias met het idee om inspiratie op te doen van het klavechord. De versterkte versie van het klavechord werd de clavinet en in 1964 zag de Clavinet I met ingebouwde versterker het licht. Het instrument was een groot succes en al snel werden meerdere modellen geproduceerd:

- 1964: Clavinet I (eerste versterkt klavechord)

- 1965: Clavinet II (met tonale filters)

- 1968: Clavinet L (met bijzondere driehoekvorm en omgekeerd toetsenpatroon)

- 1968: Clavinet C (het ‘Superstition’ clavinet)

- 1971: Clavinet D6 (het meest befaamde en draagbare model)

- 1977: Clavinet E7 (laatste lijn van Hohner)

In 1982 werd de productie van de clavinet naar ongeveer 100.000 modellen stop gezet; in de jaren ’80 won de polyfone synthesizer in populariteit. De reserveonderdelen die Hohner nog had liggen werden in 2000 verkocht.

2. Werking

Ernst Zacharias is voor het ontwerp van het clavinet geïnspireerd door het klavechord, een klein klavierinstrument dat vooral werd gebruikt in de kamermuziek uit de 17 e en 18e eeuw. De werking van het klavechord komt sterk overeen met de werking van het clavinet. De toetsen van een Clavicklavechordord zijn eigenlijk eenvoudige hefbomen, met aan het eind een tangent (een metalen stripje, dat via het toetsenbord van het klavichord tegen de snaar wordt geslagen). Zolang de toets ingedrukt blijft, verdeelt de tangent de snaar in twee delen. Meestal wordt een deel van de snaar gedempt, om ongewenste boventonen te onderdrukken. Doordat de metalen tangent de snaar raakt, ontstaat geluid.

Zoals eerder gezegd lijkt het ontwerp van het clavinet sterk op het klavechord. Het grootste verschil is dat het klavechord een akoestisch instrument is en een clavinet een elektrisch instrument.

Bij de clavinet heeft elke toets een rubber dopje dat tegen de snaar hamert als de toets wordt ingedrukt (dit is vergelijkbaar met de metalen tangent bij het klavechord). Het einde van de snaar wordt gedempt door zacht materiaal (meestal wol). De “tangent” van het clavinet zit direct onder de toets. De meeste modellen hebben twee stel elektromagnetische opnemers, die boven en onder de snaren zitten. De clavinet heeft op de kast schakelaars om de opnemers te kiezen. Het uitgangsniveau ligt op het niveau van een elektrische gitaar, zodat de clavinet ideaal kan worden versterkt met een gitaarversterker. De meeste clavinets hebben enkelspoelsopnemers, maar de beroemde D6 is uitgerust met een zesspoels systeem.

3. Impact

3.1 Clavinet als funkfactor

Het clavinet heeft maar een korte piek gehad qua succes, omdat kort erna meer geavanceerde keyboards kwamen die een grotere verscheidenheid aan geluiden kon creëren.

Ondanks dat zien we het instrument nog steeds als iconisch, omdat het geluid karakteristiek is geweest voor met name funk muziek. Naast de elektrische gitaar is de clavinet vaak het eerste waar men aan denkt bij funk instrumentatie.

Gemaakt om klassieke Europese muziek te kunnen spelen in een compactere form factor, maar geadopteerd door andere muziekstijlen, waaronder funk, soul en reggae.

Het instrument was heel snappy en expressief te bespelen, wat het geschikt maakte voor deze stijlen. Het maakte het mogelijk om ritme partijen sterk te verbinden aan melodie en harmonie. Door deze manier van spelen maakte het instrument veel indruk.

3.2 Beroemde bespelers

Stevie Wonder was waarschijnlijk de meest invloedrijke gebruiker van de clavinet. De sound die hij creëerde heeft veel andere artiesten geïnspireerd het instrument op een bepaalde manier te gebruiken.

In de jaren nadat Stevie Wonder het instrument voor het eerst gebruikte volgden artiesten als:

Isley Brothers, Parliament/Funkadelic, Bill Withers, Marvin Gaye, Bobby Womack, Earth, Wind & Fire, Herbie Hancock and Chick Corea.

Doordat zo’n grote hoeveelheid toonaangevende artiesten binnen bepaalde stromingen de clavinet gebruikte, door de specifieke sound, bespeelbaarheid en expressiviteit is het kenmerkend geworden voor veel muziek uit die tijd en herkennen we het vandaag nog net zo goed.

Andere bekende voorbeelden zijn Led Zeppelin (“Trampled Under Foot” and “Custard Pie”), Pink Floyd (“Have A Cigar”), The Eagles (“Life In The Fast Lane”) en Fleetwood Mac (“You Make Loving Fun”).

Auteurs

  • David Kolder
  • Jonar Verbart
  • Nick de Haas