Origine Fender

Fender is een Muziekinstrumenten bedrijf, opgericht door Leo Fender. Het bedrijf is ooit begonnen als “Fender’s Radio” Service in 1938. Fender repareerde toen o.a. radio’s, phongraphs, home audio amplifiers. In 1940 werkte Leo Fender samen met Clayton Orr “Doc Kauffman. In 1945 produceerde ze vervolgens Hawaiian lap steel guitar en versterkers. Leo Fender geloofde erin dat het produceren meer winst op zou leveren dan het repareren van Elektronica. Kauffman dacht daar anders over, waardoor Leo’s en Kauffman’s wegen scheidden. Fender noemde z’n bedrijf Fender Electronic Instrument Company. Leo’s lap steel guitar, di gemaakt was voor Noel Boggs in 1946, was waarschijnlijk het eerst product van het nieuwe bedrijf. In de late veertige jaren begon Fender te experimenteren met meer conventionele gitaar designs. Nadat de eerste versie van de nieuwe gitaar (de broadcaster, oftewel de voorloper van de telecaster) klaar was, bleken er nog wat problemen te zijn met de gitaar. Zo was de maple hout nek nog niet zo stabiel en had de neiging om te buigen in vochtig weer. Dit werd opgelost door door een metalen zogenoemde ‘Truss Rod’ in de gitaar nek te bouwen, die voldeed aan de muzikanten verwachting. Toen de gitaar eindelijk volledig af was ging in 1950 de gitaar de massaproductie in, de Telecaster was geboren. De nek en de body van de gitaar werden los van elkaar gemaakt en konden maken in elkaar gezet worden door ongeschoolde werknemers.

Eerste elektrische gitaar techniek

De Fender Telecaster is ’s werelds eerste commercieel succesvolle ‘Solid-body Electric Guitar’. Het simpele, maar toch effectieve, design en revolutionaire ‘sound’ waren baanbrekend en zette trends in de productie van elektrische gitaren en populaire muziek. Het was de eerste gitaar in zijn soort die op substantiële schaal werd geproduceerd en die sinds zijn ontstaan in een of andere vorm is geproduceerd tot op de dag van vandaag. De Fender Telecaster nek is een “Bolt-on” nek, dit houdt in dat de nek los van de body van de gitaar wordt geproduceerd, zodat deze later makkelijk in elkaar gezet kan worden. Dit maakt het tevens ook makkelijker om onderhoudt te doen aan de nek of de nek in zijn geheel te vervangen. Deze telecaster was gemaakt van één enkel stuk esdoorn hout (maple wood), de frets werden hierbij direct in de zijkant van de bovenkant van het esdoorn hout gestoken. De kop van de gitaar is heel nauw, aangezien het uit één stuk esdoorn hout is gesneden. Ondanks de nauwe kop, was de kop vrij effectief, aangezien de zes snaren altijd recht achter de moer gehouden worden, waardoor de gitaar makkelijk goed gestemd blijft. In die tijd was het gebruik van een andere houtsoort dan ‘Rosewood’ of ebony hout voor de nek en kop van de gitaar vrij onorthodox. De electronica was gemakkelijk toegangkelijk voor reperatie of vervanging via een verwijderbare bedieningsplaat, een groot voordeel ten opzichte van de constructie van de toen overheersende instrumenten met een holle behuizing, waarbij de elektronica alleen toegankelijk was via klankgaten. De Fender Telecaster bestaat uit twee single coil pick-ups die bestuurd worden door een schakelaar met 3 standen: de nek pickup, de nek/bridge pickup samen en de bridge pickup. Verdder heeft de telecaster een volume knop en een tone knop. De slagplaat was eerste gemaakt van bekeliet, kort daarna van celluloid( later andere kunststoffen). Deze slagplaat werd met vijf schroeven (later acht) vastgemaakt. In het oorspronkelijke ontwerp zijn bijna alle componenten vastgezet met schroeven (body, hals/nek, tuners, brug, slagplaat, pickups, controleplaat, output socket), samen met lijm die wordt gebruikt om de knop vast te zetten en soldeer die wordt gebruikt om de electronische componenten te verbinden.

Eerste elektrische gitaar invloed op gitaarbouw

Veel grote fabrikanten zagen niet zoveel in zijn massieve elektronische gitaar en bouwde vooral elektrische akoestische gitaren. Paul Bigsby en Leo Fender waren twee andere bouwers die zich bezighielden met de verdere ontwikkeling van de massieve gitaar. In 1950 en 1951 ontwierpen ze de eerste commercieel succesrijke elektrische solidbody gitaar met een enkele magnetische pick-up, de “Fender Esquire”.

Dit model was leverbaar met één element, of twee elementen. Deze laatste versie kreeg al snel de naam Broadcaster. Nadat Gretsch Fender van merkinbreuk beschuldigde, omdat het al een serie drumstellen uitbracht onder de naam Broadkaster, werd de naam gewijzigd in Telecaster. In 1954 introduceerde Fender de Fender Stratocaster of de “Strat”; de meest verkochte gitaar aller tijden. Fender was ook de eerste die een commercieel succesrijk elektrische basgitaar ontwierp; de Precision Bass uit 1951.

Het toenemende gebruik van de elektrische gitaar in de radio- en opnamestudio's bracht Gibson op het idee voor de ontwikkeling van een 'humbucking' element. Hierdoor was de gitarist in staat om zachter te spelen en zonder 'gebrom' te spelen. Andere ontwikkelingen waren stereo bedrading, gitaren met dubbele halzen, superhumbucking elementen, fuzz.box, wah-wah pedaal, univibe en de octave divider.

Evolutie Fender

In 1954 kwam Fender met zijn meest succesvolle product, de Fender Stratocaster. Dit is veruit de meest verkochte gitaar van Fender. Naast de Les Paul van Gibson is dit de bekendste, meest geïmiteerde en populairste elektrische gitaar.

Goedkopere studentengitaren kwamen op de markt, de Fender Duo-Sonic I en II en de Musicmaster. Vervolgens werd ook de Jazzmaster en het short-scalebroertje de Jaguar ontwikkeld. De Duo-Sonic II werd opgevolgd door de Fender Mustang, die een vibrato bevatte in tegenstelling tot de Duo-Sonic. De Mustang werd opgevolgd door de Fender Bronco.

De Stratocaster is in Europa populair geworden door onder andere Hank B. Marvin, sologitarist bij The Shadows. Hij was de eerste gitarist in Engeland die op dit instrument speelde.[bron?] In Apache (1960), een van de bekendste nummers van The Shadows, is duidelijk het gebruik van de vibrato te horen. Deze vibrato - door Fender abusievelijk “tremolo” genoemd - is een van de verschillen tussen Stratocaster en de Telecaster.

Het budgetmerk van Fender is Squier. De Squier-modellen lijken sprekend op Fender modellen. Anders dan bij andere fabrikanten die op Fender gelijkende modellen maken, mag Squier ook de gitaarknoppen (headstocks) exact gelijk maken. De oprichting van dit budgetmerk was een reactie op de komst van goedkope Japanse kopieën van fender gitaren door merken als Ibanez en Tokai. Deze bouwden eind jaren 70 relatief goede Stratocasters voor een lage prijs die Fender direct beconcurreerden. Ook concurrent Gibson had hiervan te lijden. Na een aantal rechtszaken moesten de Japanse fabrikanten hun ontwerpen op een aantal punten wijzigen. De vorm van de kop en de merklogo’s mochten niet meer op die van Fender en Gibson lijken.

De producten van Squier kent grote overeenkomsten, zoals bijvoorbeeld de namen van de modellen (Stratocaster, Precision, Telecaster, Jazz Bass etc.) Er zijn een wel aantal verschillen, waaronder de elektronica en de keuze voor goedkopere houtsoorten. Door gebruik van goedkopere componenten en productie in lagelonenlanden is de prijs lager.

In de loop van de jaren 2000 werd de kwaliteit van Squier-gitaren beter. Er werden betere materialen gebruikt, de frets worden netjes afgewerkt. Er kwamen verschillende lijnen in verschillende prijscategorieën. Toch worden ze beduidend goedkoper gebouwd en afgewerkt dan de “echte Fenders”. Ook werden er vanaf die periode naast Telecasters, Stratocasters, Precision Bassen en Jazz Bassen ook budget versies van andere Fender Gitaren gebouwd. Met deze verbetering volgde Squier de trent op de gitaar markt. Er komen sinds de eeuwwisseling namelijk nauwelijks meer slecht bespeelbare elektrische gitaren op de markt.

Bronnen