1954: Hammond

hammondb31.jpg

Het Hammondorgel is een elektromechanisch orgel uitgevonden en gebouwd door Laurens Hammond en John M. Hanert. Het eerste model produceerde ze in 1935.

De verkoop van het Hammond orgel was in eerste instantie gericht op kerken, omdat dit orgel erg geschikt was als vervanging van de pijporgel. Later werd dit ook uitgebreid naar huishoudens.

Tot 1975 genereerde Hammond orgels geluid door middel van een metalen tonewheel tegen een elektromagnetische pickup. Het signaal werd versterkt door een versterker. De Hammond is gebruikt in veel verschillende genres. Van jazz tot rock tot gospel en meer.

Hammond B3 is het laatste exemplaar dat ze hebben uitgebracht voordat ze failliet gingen en werden overgenomen door Suzuki.

Hoe werkt de Hammond?

Het oorspronkelijke Hammondorgel is een toonwielorgel, met (afhankelijk van het model) 12 tot 96 toonwielen. Het toonwiel orgel is gebouwd op een elektro-magnetisch principe. Op een stalen wiel ter grootte van een oude rijksdaalder wordt aan de rand een golfpatroon uitgefreesd. Dit golfpatroon is sinusvormig. Vlak voor de rand van dit 'toonwiel' wordt een pickup element geplaatst. Deze pickup bestaat uit een magnetische kern met een spoel er omheen. Als het toonwiel draait, wordt er in de kern een wisselend magnetisch veld opgewekt, hetgeen in de spoel resulteert in een elektrische wisselspanning.

Deze wisselspanning is eveneens sinusvormig, als gevolg van de sinusvormige rand van het toonwiel. De wisselspanning wordt op zijn beurt versterkt en via een luidspreker weergegeven en zo ontstaat een sinusvormige toon. Deze toon heeft als bijzonder kenmerk dat boventonen, de z.g. 'harmonischen' ontbreken. Het klinkt als een ronde fluittoon. Om alle sinusvormige tonen van de laagste tot en met de hoogste voetmaat te produceren zijn meerdere toonwielen nodig (in de B3 bijv. 91 stuks) De toonwielen hebben daartoe verschillende vertandingen. Dat wil zeggen, het toonwiel dat de laagste toon produceert heeft 2 tanden. Zo zijn er ook toonwielen met 4, 8, 16, 32, 64, 128 en 192 tanden.

Omdat het wiskundig en technisch niet of nauwelijks mogelijk is om tussenliggende vertandingen te realiseren, draaien de diverse toonwielen ook nog eens met verschillende snelheden. Dit gebeurt door middel van versnellingsbak-achtige tandwielen in de toonwielgenerator, zoals het geheel van de mechanische toon-opwekking wordt omschreven.

De impulsen worden via een versterker en luidsprekers omgezet in hoorbare tonen. Door middel van zogeheten drawbars (letterlijk vertaald trekstaafjes dan wel schuifregisters) zijn de verschillende voetmaten in sterkte te variëren, waardoor werkelijk miljoenen klankcombinaties mogelijk zijn. De toonwieltechniek geeft het Hammond toonwiel orgel een levendig, karakteristiek en meer dan herkenbaar geluid. Zeker als je het geluid van het orgel ook nog eens door een Leslie box stuurt.

Wat maakt de Hammond zo aantrekkelijk?

Het was in de tijd toen hij uitkwam het geweldige nieuwe muzikale toevoeging voor de gezinnen. Veel huishoudens kochten een hammond en plaatsten het in de woonkamer en ging met zijn alle liedjes zingen en spelen.

Dus wat maakt de hammond dan toch zo aantrekkelijk?

Een van de redenen is dat de tone-wheel systeem een enorme veelzijdigheid aan klank toebrengt. Deze klanken kunnen in veel contexten worden gebruikt.

Zo is het oorspronkelijk bedoeld als een alternatief op de kerkorgel. Maar wordt de hammond veelzijdig gebruikt in jazz, rock, funk, soul, pop en nog veel meer. Dit komt vanwege de opties om veel aan te passen zoals : boventonen, volume envelopes en effecten.

zo was de hammond b3 zelfs nog enorm populair in de jaren 60-70 omdat er tijdens de opkomst van de synthesizers, nog geen alternatief was op het geluid van een hammond.

Daarnaast is de hammond b3 met een prijs van ongeveer 3.000 vrij goedkoop vergeleken met de prijs van een kerk orgel.

Hoe klinkt een Hammond

Auteurs

  • Ace van de Ven
  • Timo Zoestbergen
  • Daniel Gimberg