De Mellotron

Inleiding

De mellotron is een elektromechanisch toetsinstrumenten, vooral bekend door de Beatles. In dit werkstuk zullen wij vier onderwerpen bespreken over de mellotron:

  • De geschiedenis en het ontstaan
  • De werking
  • Verschillende modellen en concurrentie
  • Het gebruik in de muziek

Geschiedenis en ontstaan

Aan het einde van de jaren ‘40 vond Harry Chamberlin de Model 100 Rhythmate uit. Dit is de voorvader van alle samplers en drumcomputers. Dit was een machine met opgenomen loops van drums. De Rhythmate kent meerdere doorontwikkelde modellen, met uiteindelijk een keyboard en samples van verscheidene instrumenten.
In 1962 bracht Bill Fransen, een salesman van Chamberlin, twee exemplaren van een Chamberlin Music Master 60s, een op samples gebaseerd effects instrument, van Californië naar Engeland. Dit omdat hij op zoek was naar engineers die het instrument konden verbeteren. Hij verkocht het idee aan de broers Frank, Norman & Les Bradley, van het bedrijf Bradmatic Ltd., niet wetende dat ze eigenlijk Chamberlins idee steelde.
Het eerste model dat op de markt gebracht werd, was de MK I in 1963. Dit model had 2x 35 toetsen en leek erg op de Chamberlin Music Master 600. Hier zijn er zo’n 10 van gemaakt.

Fransen was alleen vergeten te vertellen aan zijn companen dat hij niet de eigenaar van het concept was. Dit ten koste van Chamberlin natuurlijk. Gelukkig hebben ze in 1966 een deal gesloten, waarbij Chamberlin het idee verkocht heeft voor $30.000,- en beide bedrijven het instrument bleven produceren.
Hierna heeft Bradmatic Ltd. een grotere fabriek geopend onder de naam Streetly Electronics. In de zoektocht naar investeerders kwamen de heren op dirigent Eric Robinson en goochelaar David Nixon. Samen vormden zij het bedrijf Mellotronics.
Het volgende model, de MK II, dat in 1964 al op de markt gebracht werd, was een geüpgrade versie van de MK I. Er zijn zo’n 160 stuks van de MKII gemaakt. Fun fact is dat dat ongeveer evenveel als hij weegt in kilogram. De MK II had een volledige set aan samples die te selecteren waren via zogenaamde banks en stations. De Mellotron was in die tijd erg duur, namelijk zo’n £1000,-, terwijl een huis in die tijd tussen de £2000,- en £3000,- kostte.
Mike Pinder, een werknemer van Streetly Electronics, werd zo verliefd op het instrument dat hij het graag wilde gebruiken in zijn band The Moody Blues. Na het indienen van zijn ontslag, omdat de band teveel tijd opnam, scoorde de band hun eerste hit Baby Can It Be True in 1967. De eerste hit waar een Mellotron in voorkomt, komt echter uit 1965. In het nummer Lease on Love van de Graham Bond Organization speelt de Mellotron een grote rol. Ook was Mike Pinder de man die The Beatles introduceerde met de Mellotron. Kort na hun ontmoeting, waren alle leden in het bezit van een Mellotron. Misschien wel het bekendste nummer waar een Mellotron onderdeel van is, is Strawberry Fields Forever van The Beatles, waar de fluit sample van de Mellotron het intro verzorgt.
Na deze successen, werd de Mellotron technisch verbeterd en uitgebreid, met een FX Console en een nieuw model, de M300. 1970 werd het meest succesvolle jaar voor Streetly Electronics. Dit was namelijk het jaar dat het model M400 uitkwam. Bij de M400 kon je de tapeframes zelf vervangen. Ook hadden de heren van Streetly Electornics een deal gesloten met de entertainment gigant Electric and Musical Insdustries Group, ofwel EMI Group. Onder hun vaandel werden gingen de Mellotrons als zoete broodjes over de toonbank. Er zijn van de M400 zo’n 1800 exemplaren gemaakt, die allemaal onder exclusieve licentie zijn verkocht door EMI.

Met 35 toetsen, reikend van G tot F, 3 potmeters voor volume, tone en pitch en een schakelaar voor het selecteren van de samplebank, was dit het meest compacte model van de Mellotron.
Met dit succes begon ook de distributie in Amerika, die werd geleid door Dallas Arbiter. Dit resulteerde in meer ontwikkelingen, zoals Mark V, die in 1975 uitkwam. De Mark V is niets meer dan 2 maal een M400 en een spring reverb in een behuizing.
Helaas zaten aan het succes ook de nodige haken en ogen. In 1977 ging Dallas Arbiter namelijk failliet. Dit leidde tot de sluiting van Mellotronics in Londen. Ironisch genoeg heeft Streetly Electronics in het faillissement de naam Mellotron af moeten staan aan Arbiter. Streetly ging wel door met de productie, maar nu onder de naam Novatron. Dallas Arbiter heeft het bedrijf Sound Sales opgezet en is de Mellotron onder die naam blijven produceren.
In 1981 kwam de eerste Amerikaanse Mellotron onder de naam 4 Track uit. De 4 Track was gebaseerd op hetzelfde concept als de Britse M400. De verbeteringen aan de 4 Track kwamen nooit helemaal tot zijn recht, omdat de opnamekwaliteit van de tape beduidend slechter was dan de Britse variant.
In de jaren ‘80 kwamen ook de eerste samplers uit, zoals de Fairlight of de Emulator II. In het begin konden de samplers niet tippen aan de Mellotron, maar de ontwikkeling van deze digitale technologie ging dusdanig snel dat onder andere Roland en Akai samplers ontwikkelden die kwalitatief wel competitie vormden voor de Mellotron. Deze ontwikkelingen zorgden er ook voor dat Streetly Electronics in 1986 hun faillissement aanvroeg.
In 1990 kocht David Kean, een groot fan van de Mellotron, de overgebleven onderdelen van Mellotronics en de naam Mellotron. Hiermee lanceerde hij de Mellotron Archives, wat zich gevestigd heeft in Toronto, Canada.
Ook heeft John Bradley, zoon van Leslie Bradley, Streetly Electronics nieuw leven ingeblazen. Het bedrijf repareert en restaureert Mellotrons, ook verkopen zij onderdelen. Leslie Bradley, de uitvinder van de Mellotron, is op 15 januari 1997 overleden.
In mei 2007, 20 jaar nadat de productie van de Mellotron stopte, heeft Streetly Electronics een nieuw model uitgebracht, de M4000. Dit instrument is het eerste instrument in 40 jaar dat cyclische tapes gebruikt, zoals in de Mark I, II en M300 modellen.

Werking

De Mellotron is een elektromechanisch toetsenbord instrument. Ook is het polyfonisch wat betekent dat je meerdere toetsen tegelijk kunt spelen. Het is eigenlijk een soort sampler die samples afspeelt op tape. Als een toets wordt ingedrukt, wordt er een stuk tape die verbonden is met die toets tegen een playback head geduwd, net zoals een tape recorder. Terwijl de toets ingedrukt blijft, wordt de tape over dit playback head heen getrokken, waardoor een geluid wordt afgespeeld. Als de toets daarna los wordt gelaten, trekt een veer met een gewichtje de tape snel terug naar z’n originele positie. Er was zelfs al een soort velocity; als je een toets harder indrukt, wordt de tape harder tegen het playback head geduwd waardoor er een harder geluid ontstaat. Dit betekent dus ook dat je terwijl je je toets ingedrukt houdt nog hard of zachter kan drukken. Dit is eigenlijk after touch.
Je kan dus meerdere verschillende geluiden uit de Mellotron krijgen. Bij een paar eerste modellen was het toetsenbord gesplitst in twee delen; het rhythm deel en het lead deel. In het ritme deel kan worden gekozen uit zes zogenoemde stations. Elk station heeft drie rhythm tracks en die fill tracks. Deze fill tracks kunnen samen gemixt worden. Dit is ook het geval in het lead deel. Zes stations met drie lead tracks en drie fill tracks, waarbij de fill tracks hier ook gemixt kunnen worden. In het midden van het instrument zit een stemknop waarmee je de toonhoogte en de snelheid mee kan veranderen.
Latere modellen hebben niet het concept van stations, maar maken gebruik van één simpele knop waarmee je een geluid kan kiezen. Als je andere geluiden wil in de Mellotron is dat eenvoudig gemaakt door het ontwerp van het frame waar de tapes in zitten. Deze is zo ontworpen dat je de tapes er gemakkelijk uit kan halen, waarna je dan een andere tape met een ander geluid er in kan stoppen.
De Mellotron was oorspronkelijk ontworpen om echte instrumenten na te bootsen met een toetsenbord. Maar als je een stuk tape heel vaak opnieuw afspeelt, heeft dat gevolgen op de toonhoogte en amplitude. Hierdoor zal een noot nooit precies hetzelfde klinken als deze meerdere keren wordt gespeeld.
Hierboven zie je goed dat op een later model (M400) een meer gesimplificeerd control panel is ontworpen.
Een ander feit over het geluid van dit instrument; de losse noten zijn los opgenomen zonder enig ijkpunt van intonatie. Dit levert dus het gevolg op dat een muzikant die een orchestrale setting is gewend, het raar is om dit instrument te spelen/horen.
De originele Mellotrons zijn ontworpen voor thuisgebruik of in clubs, maar niet voor tours waarbij de instrumenten veel verplaatst moeten worden. Zelfs de latere M400, die was ontworpen om zo verplaatsbaar mogelijk te zijn, woog nog steeds meer dan 55 kg.
Er waren ook veel nadelen aan dit prachtige instrument. Eén daarvan was dat de Mellotrons al snel worden aangetast door rook, temperatuurverschillen en luchtvochtigheid. Het verplaatsen van koude opslag ruimtes naar warme podia (door stage lampen) kan er al voor zorgen dat de tapes uitrekken en blijven plakken. Ook als je te veel toetsen tegelijk indrukt, zorgt dat ervoor dat de motor het niet goed bij kan houden waardoor de tapes iets langzamer speelt. Dit zorgt ervoor dat die noten een beetje gedetuned klinken. Als een Mellotron een lange tijd niet bespeelt is, moet je niet gelijk gaan spelen, omdat de tapes gemagnetiseerd kunnen zijn en de tapes gaan dan kapot als je meteen begint met spelen.

Verschillende modellen en concurrentie

Hieronder een lijst van de verschillende originele Mellotron modellen.

  • Mk I (1963)
  • Mk II (1964)
  • FX console (1965)
  • M300 (1968)
  • M400 (1970)
  • EMI M400 (1970)
  • Mark V (1975)
  • Novatron Mark V (1977)
  • Novatron 400 (1978)
  • 4 Track (1980)
  • T550 (1981)
  • Mark VI (1999)
  • Mark VII (1999)
  • Skellotron (2005)
  • M4000 (2007)

Ondanks het unieke instrument dat de Mellotron is had het ook concurrentie. Onder andere van instrumenten als de Mattel Optigan. Deze maakte gebruik van een optische schijf om geluid te genereren in plaats van tapes. Later deed de Vako Orchestron dit met hetzelfde principe. Toch genereerden deze instrumenten niet meer populariteit dan de Mellotron.

Gebruik in muziek

De eerste echte relevante gebruiker van de Mellotron was Geoff Unwin. Hij werd door Robinson ingehuurd voor de promotie van de Mellotron Mk 2. Deze promotie heeft zich voltrokken in de vorm van radio en tv verschijningen. Onder andere deze promotiestunt heeft ertoe geleid dat een aantal bekende mensen een mellotron aan het begin van de jaren zestig aanschaften. Onder deze mensen bevonden zich prinses Margaret van Groot-Brittannië, koning Hussein van Jordanië en Peter Sellers (acteur, comedian). Dit is dus nog niet echt gebruik in stukken waar de mellotron als eigen authentiek instrument in geschreven is. Eerst was het ook een thuis-instrument, zoals je indertijd ook thuis-orgels had.

De eerste hit-song waarin de mellotron werd opgenomen was “Baby Can It Be True” van Graham Bond Organization. Dit was met een Mellotron MK II in 1965. Michael Pinder (frontman van The Moody Blues) gebruikte de mellotron midden/eind jaren 60 in zijn band. Hij claimt ook de mellotron geïntroduceerd te hebben bij Paul McCartney en John Lennon waarna zij hem gekocht zouden hebben. Een iconische plaat waarop de mellotron gebruikt is, is “Strawberry Fields Forever” van The Beatles. Zij hebben na deze plaat op nog veel meer albums de Mellotron gebruikt. Na het uit elkaar gaan van The Beatles heeft McCartney de Mellotron ook nog af en toe gebruikt in zijn solocarrière.

Eind jaren 60 werd de Mellotron steeds populairder onder bekende rockbands. Zo hebben onder andere The Rolling Stones ze gebruikt voor een unieke blazers-sounds in een aantal nummers.

Eind jaren 60 nam de Mellotron zijn populariteit dus toe onder grotere, mainstream artiesten. Nog meer artiesten en bands die de Mellotron gebruikte: David Bowie (op Space Oddity) en Genesis. In de jaren 70 gebruikte o.a. Tangerine Dream de mellotron. Zij waren zo verknocht aan het instrument, dat zij de fabrikant vroegen een digitale versie te maken, omdat zij anders geneigd waren digitale samplers te gaan gebruiken. In de jaren 80 was het dan ook relatief stil rondom de mellotron.

In de jaren 90 werd de mellotron weer meer gebruikt. Prominente rollen kreeg het instrument in nummers van bijvoorbeeld Radiohead en Oasis. Bijvoorbeeld het cello geluid op de monsterhit “Wonderwall”. Cellist Reginald Kirby was de muzikant die de geluiden speelde voor de opnames, maar hij weigerde zijn cello naar beneden te stemmen voor de lagere toetsen op de Mellotron. Dus daarom zijn de lage toetsgeluiden opgenomen met een contrabas. De auteur van de Mellotron, Nick Awde, heeft ook gezegd op dat één van de strijk geluiden het schuiven van een stoel op de achtergrond te horen is.

Bronnen

Auteurs

  • Thijs Nieuwenhuis
  • Daan Wijnhorst
  • Martijn Bressers