Table of Contents

Buisklokken

Ook wel buisbellen genoemd, (ENG: tubular bells | GER: Röhrenglocken) Buisklokken verschenen rond 1860 in concertzalen in Parijs. Het instrument moet het geluid nabootsen van kerkklokken.

Ontstaan

Als een instrument waren buisklokken ontstaan uit een lange behoefte het geluid van kerkklokken (ook wel carillon) te kunnen implementeren in muziek. Er waren enkele theaters en operazalen bekend die beschikten over een carillon, Echter was dat voor velen onpraktisch. Rond 1865 verschenen de eerste buisklokken in Parijs. Rond 1880 patenteerde de Engelsman John Harrington specifiek bronzen buisklokken.

Werking

Buisklokken vallen orchanologisch onder de idiophonen. Vanzelfsprekend worden ze dus ook gespeeld door percussionisten. Middels het slaan van een hamer brengt men de bel tot trilling, waardoor deze geluid maakt. Buisklokken kunnen los bespeeld worden, maar meestal hangen ze met meerdere in een rek zodat er verschillende toonhoogtes gespeeld kunnen worden. Moderne buisklokrekken beschikken vaak over een pedaal waarmee de bellen gedempt kunnen worden. De hamers bestaan in alle vormen en maten: metalen, rubberen, plastieken, houten en met leder beklede hamers. Ook worden er mallets en stokken geleend van andere percussie-instrumenten. Het is zelfs mogelijk om met een strijkstok (van bijvoorbeeld en Violoncello) overtonen te produceren door de open onderkant van de bellen te bestrijken. Vandaag de dag Zoals voor vrijwel elk percussief instrument is er hedendaags bij elektronische-muziekproducers interesse voor het geluid van buisklokken. De manier van aanslag is gevarieerder geworden: zo zijn hamers van verschillende materialen en strijkstokken onderdeel geworden van de bespeelwijze van buisklokken.

Voorbeelden

Auteur

  • Timo Peil