De lyricon valt onder de instrumentenfamillie van de wind controller, ook wel wind synthesizer of electronic wind instrument (EWI) genoemd. Een wind controller is in staat om synthesizers of andere electronica, zoals midi, aan te sturen. Qua uiterlijk en speelmanier lijken deze instrumenten veel op houtblazers, met name saxofoons. Dit is de voornaamste reden dat deze instrumenten vaak worden gebruikt om blaasinstrumenten na te bootsen, hoewel bij veel nieuwere wind controllers een veel breder scala aan instrumenten kan worden gespeeld, zoals strijkers, gitaar, en zelfs gesampelde vocalen. De lyricon was de eerste windcontroller, en zette de deur open voor veel grote bedrijven om op dezelfde weg door te gaan.
De lyricon is uitgevonden door Bill Bernardi. In totaal heeft hij 5 jaar aan de ontwikkeling van het instrument gezeten en zijn er zo’n 4 of 5 prototypes gemaakt voor het instrument uitgebracht werd. Voor het instrument heeft hij de akoestiek van blaasinstrumenten bestudeerd en een synthesizer gemaakt die op basis van additieve synthese de boventonen imiteert. In het bijzonder is vooral de saxofoon belangrijk geweest voor de ontwikkeling: de lyricon gebruikt hetzelfde kleppensysteem en hetzelfde mondstuk als de saxofoon. Na de eerst uitgebrachte lyricon is de synthesizer versimpelt en is er een extra oscillator toegevoegd, zodat het instrument ook polyfoon kon spelen. De originele lyricon had echter wel de meeste controle mogelijkheden.
Er zijn naast de originele lyricon nog twee andere modellen uitgebracht: - de lyricon driver. Dit instrument moest aangesloten worden op een externe analoge synthesizer, maar het gevolg hiervan was dat het meer compatibel was met synthesizers van andere merken. - de lyricon II, met een gemakkelijkere interface en een andere, versimpelde synthesizer
Het bedrijf dat de lyricon heeft geproduceerd is echter failiet gegaan in 1980, mede doordat Yamaha op dat moment begonnen was met de ontwikkeling van de WX7, een modernere wind controller die gericht was op een grotere markt. Ook werd rond deze tijd de midi uitgevonden, wat nog niet bestond en niet goed werkte op de lyricon. Dit heeft ervoor gezorgd dat de lyricon nu een erg zeldzaam instrument is, omdat er destijds maar rond de 300 exemplaren waren gebouwd. Voor een lange tijd daarna is Bill Bernardi, de uitvinder, de enige geweest die de lyricons kon repareren. De hardware, met name het membraan, waren erg kwetsbaar en ook moeilijk te vervangen. Tot zijn dood in februari 2014 heeft Bernardi nog lyricons gerepareerd. Daarna heeft David O’Brien, samen met de familie van Bernardi, het werk opgepakt met behulp van de schema’s, handleidingen en reserveonderdelen die Bernardi heeft achtergelaten. Hierdoor blijft de lyricon bestaan en kan je tot op vandaag de dag nog lyricons laten repareren.
Na het faillissement van Computone, het bedrijf dat de lyricon heeft ontwikkeld, werd de markt overgenomen door zowel Yamaha met de WX7, en door Akai met de EWI-1000. Deze eerste modellen waren nog analoog, maar doordat kort daarna de MIDI werd uitgevonden, ging er een nieuwe markt open voor de wind controller. Hierdoor waren deze instrumenten niet meer afhankelijk van een analoge synthesizer, zoals de lyricon wel was, maar werd het mogelijk om werkelijk van alles te spelen op de wind controller. Hierna kwamen ook nog de digitale wind controllers, waarbij er de mogelijkheid bestond om vanuit de controller zelf geluid te produceren, zonder dat deze aangesloten hoefde te worden aan een externe synthesizer of MIDI player.
De Lyricon is een instrument bijna compleet gebaseerd op de mond. Hij reageert op winddruk, dit hield in dat hoe harder je blaasde, hoe harder de toon klonk, en lipdruk of lipspanning voor de pitch en vibrato. Daarnaast kan je de pitch veranderen door middel van de vingerzetting. Het instrument lijkt qua vinger posities erg op de saxofoon, met een paar kleine klarinet toetsen, en twee octaaf toesten (octaaf hoogtes kan op sommige modellen ook via een aangesloten pedaal bestuurd worden). De Lyricon valt op als instrument omdat de meeste keyboarden maar twee controleerbare parameters hebben en de Lyricon heeft er 3! Door het gebruik van deze 3 parameters, winddruk/lipdruk/vingers, wordt het automatisch een veel expressiever instrument dan een doorsnee midi keyboard.
Hoe gaat dit allemaal in zijn werk? Met de Lyricon kan je een analoge synthesizer besturen. De 3 parameters worden omgezet in zogehete ‘’stuurspanningen’’, voltages, waarbij het synthesizer deel wordt aangestuurd. De luchtdruk wordt met behulp van een geblazen membranofoon bepaald. Dit is een zelfde soort mebraan die ook voor een kazoo wordt gebruikt en gemaakt van een ongebruikelijke soort vezel. Het zingen of blazen in dit geblazen membranofoon brengt het membraan, een soort vel, in trilling. Dit wordt omgezet in spanning en hiermee wordt de velocity geregeld. De lipdruk wordt met een sensor op het riet gemeten voor de vibrato en de filter en de vingerplaatsing regelt de toonhoogte. Met behulp van additieve synthese kan de speler kiezen tussen boventonen zodat er kan gewisseld worden tussen verschillende toonsoorten. Deze toonsoorten zijn G, Bb, C, Eb en F, met hun bijbehorende boventonen. Met de ‘’range’’-schakelaar kan je kiezen tussen laag, midden en hoog. Er is ook nog de optie om te kiezen voor meer glissando, portamento of een ‘’timbre attack’’, dit is een soort chorus. De Lyricon is echter wel een stuk meer gelimiteerd dan zijn opvolgers. De EWI (gemaakt door Akai) en de Yamaha WX5 of WX7 kunnen al veel meer dan wat de Lyricon in zijn tijd doet door drum machines en strijk orkesten te introduceren in het repetoir.
De Lyricon’s kleurvolle en futurische hoorn geluiden pasten in de 1970s goed bij jazz-fusion en progressieve rock van die tijd. In de jaren 1970 en 1980 werd de Lyricon gebruikt door grote jazzmuzikanten zoals Sonny Rollins en Rahsaan Roland Kirk. Ook werd het gebruikt door Tom Scott, die “Mr. Lyricon” werd genoemd. Scott gebruikte de Lyricon in samenwerking met artiesten zoals Steely Dan met de hitsingle “Peg” in 1977. Hij gebruikte de Lyricon zelfs in “Billie Jean”, waa het geluid van de Lyricon in korte fragmentjes door het nummer heen zit.
Lodewijk de Boer en Willem Breuker bewerkten het eenakter “De Knop” van Harry Mulisch tot een muziektheater. Hierbij werd de Lyricon toegepast en dit is gepresenteerd op het Holland Festival in 1977. Het Holland festival is een festival voor internationale podiumkunsten dat in Nederland elk jaar wordt gehouden sinds 1947, vlak na de Tweede Wereldoorlog. Het festival streeft ernaar om als een platform te dienen voor belangwekkende artistieke prestaties of ontwikkelingen. Het doel is om grensverleggende ideeën te verspreiden en op te wekken, met het accent op vernieuwing.
Doordat er vanuit de Lyricon meerdere Electronic Wind Instruments zijn ontwikkeld, heeft het zo indirect meer teweeg gebracht in de muziekindustrie. Zo ook heeft bijvoorbeeld Peter van Bergen zijn liefde voor elektronische invloeden ontwikkeld door de EWI en als een van de eerste de elektronische klanken in zijn avantgardistische jazzidioom geïntroduceerd. In zijn opvatting vertegenwoordit elektronica de buitenwereld, in de vorm van het dagelijks leven ontleende geluiden die hij sterk uitvergroot: een enorm gekraak of een keiharde dreun. Zo leverde hij ook in 1995 in opdracht van NCRV-radio een musique concrète stuk: het radiofonisch werk “Het Kloatstuk”. Musique concrète is een franse muziekstroming waarbij gebruik wordt gemaakt van alledaagse geluiden die met behulp van electronica worden bewerkt. Deze geluiden worden vervolgens verwerkt in composities in kunst