Een geluidsfilm is een film met gesynchroniseerd geluid, in tegenstelling tot een stomme film. Niet de eerste, maar de bekendste van de vroege geluidsfilms was The Jazz Singer uit 1927.
Beeld gaf geluid een derde dimensie. Je “beluisterd” de muziek niet alleen met je oren. Maar kan het ook extra ervaren door er passend beeld bij te zien. Of natuurlijk andersom, beeld extra ervaren door er passend muziek/geluid bij te horen.
Vooral tegenwoordig zie je vaak dat artiesten hun muziek versterken door bijpassende videoclippen, of soms muziek geheel baseren op een videoclip, of natuurlijk films/televisie.
Je hebt ook bijvoorbeeld Woodkid, een videoclip maker die voor veel artiesten clips maakte, alleen de muziek nooit tof vond, dus die is zelf maar muziek gaan maken zodat hij daar zijn videoclips op kan maken. https://www.youtube.com/watch?v=KQu8FOjJXdI
Of Kavinsky die zijn muziek een extra laag geeft door er geheel sound effects onder te zetten. https://www.youtube.com/watch?v=qT0iQRjHbW4
Of A$ap Rocky die videoclips gebruikt om zijn drop heel erg te versterken. https://www.youtube.com/watch?v=BNzc6hG3yN4&feature=youtu.be
Het idee om film te combineren met geluid is bijna zo oud als de film zelf; sommige van de vroege experimentele films in het Thomas Edison laboratorium in 1889 waren gecombineerd met geluid opgenomen op was (Fonografische cilinder). Maar twee grote problemen rezen op die zorgden dat film en geluidsopnamen zich een generatie lang apart ontwikkelden:
Synchronisatieproblemen - Het beeld en geluid werden opgenomen en afgespeeld door verschillende apparaten, die moeilijk gelijk te starten en te houden waren. Audiovolume- en klankproblemen - Terwijl filmprojectors snel toestonden film aan een groot publiek te laten zien, was de audiotechnologie voor de ontwikkeling van elektrische versterking niet voldoende om een zaal te bereiken. Filmpionier William Kennedy Dickson ontwikkelde circa eind 1894 begin 1895 een geluidsfilm systeem en maakte hiermee een test. Dit werd ‘Dickson Experimental Sound Film’ en is de oudste geluidsfilm die vandaag nog te bekijken is. https://www.youtube.com/watch?v=uRqQhUQTaUc
In 1902 experimenteerde filmpionier Alice Guy-Blaché met het Chronophone systeem van Léon Gaumont.
Het maken van The Jazz Singer veranderde de blik van de filmindustrie op de geluidsfilm. De technologie was weinig vooruitgegaan, maar de film was de eerste met een sterzanger en -acteur, Al Jolson, sprekend en zingend op het scherm.
De vraag naar The Jazz Singer was immens, en andere studio's begonnen meteen deze buitenissigheid aan te grijpen om zelf geluidsfilms te maken uit winstoogmerk. De “buitenissigheid” uit 1927 werd standaard in 1929.Twee technologische ontwikkelingen losten de eerdere problemen op:
Geluid op film - In 1926 maakten Lee De Forest, William Fox, en Theodore W. Case de eerste “Movietone Phono-films”, waarbij de soundtrack fotografisch opgenomen werd en afgedrukt op de rand van de film, waardoor beeld en geluid bijna onmogelijk uit synchronisatie konden lopen. Elektronische opnames - In 1925 introduceerde Western Electric een sterk verbeterd systeem voor elektronische audio, inclusief gevoelige microfoons en elektrische geluidsversterking die het mogelijk maakte opnames over luidsprekers op elk gewenst volume af te spelen. In Nederland was in deze jaren Henk Alsem (journalist, cameraman, cineast en documentairemaker) betrokken bij de ontwikkeling van de Nederlandse geluidsfilm.